Team Duurzaam Installeren (TDI500), het samenwerkingsverband tussen tien grote installateurs, heeft Kiwa gevraagd een keurmerk te ontwikkelen voor warmtepompinstallaties.
Het keurmerk moet eindgebruikers zekerheden bieden over de kwaliteit van de totale installatie die wordt geleverd, dus inclusief het afgiftesysteem en inregeling.
Het keurmerk staat in de kinderschoenen, en is nog lang niet rond. “De systematiek mag geen vertragende werking hebben op de opschaling en versnelling van de het aantal te installeren warmtepompen”, zegt voorzitter Richard Verbree van TDI500. Ook gaat een mogelijk keurmerk niet verplicht worden. “Wel moet het cowboys uit de markt weren.”
Kwaliteitstandaard ontwikkelen
Een kwaliteitsstandaard van de complete installatie van een (hybride) warmtepomp ontwikkelen; het is één van de uitgangspunten die de tien grote installateurs op papier zetten toen ze begin dit jaar samen gingen werken, onder meer geruggesteund door Techniek Nederland en TNO. TDI500 wil de branche helpen om de opschaling van (hybride) warmtepomp te realiseren; ook kleine(re) installateur profiteren van de innovaties die bedrijven als Bonarius, Breman, Kemkens en HeatTransformers ontwikkelen.
- Hier een voorbeeld: een prefab aansluitset voor hybrides
- Nog een voorbeeld: een indak-systeem voor hybrides
Installatietijd halveren
Waarschijnlijk wordt de hybride warmtepomp (cv-ketel plus warmtepomp) voor veel woningen in Nederland vanaf 2026 de minimale norm bij ketelvervanging. Om dat goed te kunnen organiseren moet de installatietijd van een hybride gehalveerd worden, worden moderne vormen van onderwijs gestimuleerd en ontwikkelt het consortium samen (prefab) concepten die de branche verder moeten helpen. TDI550 sleepte hiervoor €5 miljoen MOOI-subsidie binnen, op voorwaarde dat de hele branche meeprofiteert van de bevindingen.
Geen bescherming
De installateur heeft ondanks CO/F-gassen-certificering en verplichte fabrikantvoorschriften nog weinig kwalitatieve borging van de totale installatie, dus inclusief een bestaand afgiftesysteem en de inregeling daarvan. Dit terwijl het aantal geïnstalleerde hybrides dit jaar fors groeit. Volgens de Vereniging Warmtepompen worden er dit jaar 60.000 hybrides gemonteerd, waarvan de helft als add-on op een bestaande installatie. TDI had tot doel om er dit jaar al 100.000 in bedrijf te hebben gesteld, om snel op te schalen naar een miljoen hybride installaties in 2030.
Verkenning
De samenwerking met keuringsinstituut Kiwa is een eerste verkennende stap richting een keurmerk, dat er pas minimaal over anderhalf jaar is, nuanceert Richard Verbree. “Niets is nog in beton gegoten. We gaan nu onderzoeken wat een keurmerk betekent, of het haalbaar is, en vooral: of het de verduurzaming van Nederland niet vertraagt en het installateurs geen onnodige administratieve last geeft. Een keurmerk zou innovatie kunnen afremmen, maar wij zien het als kans om innovatie te ondersteunen en te versnellen.”
Kwalitatieve eisen formuleren
Volgens Verbree is het wel belangrijk dat de markt zelf een grens trekt van behoorlijke kwaliteit waarover de complete installatie moet beschikken. Dat betekent dus niet enkel de warmtepomp en cv-ketel, maar bovenal de achterliggende installatie: de aansluiting op een bestaand afgiftesysteem en het inregelen ervan.
Cowboys moeilijk maken
Op dit moment zijn er nog geen duidelijke kwaliteitseisen rondom de totale installatie. “We willen straks wel een standaard neerzetten, en het kaf van het koren scheiden. Er zijn en komen cowboys in de markt, waar de vakinstallateur zich van moet kunnen onderscheiden.” Ronald Karel, managing director van Kiwa: “We bevinden ons op een nieuw terrein en moeten een gefragmenteerde aanpak voorkomen. Een keurmerk mag geen loze belofte zijn. Doel is dat het toegevoegde waarde biedt aan de markt zodat we de eindgebruiker zekerheid kunnen bieden over een kwalitatieve en snelle installatie.”
Testcentrum
Keuringsinstituut Kiwa gaat samenwerken met TDI500-partner TNO, dat in Delft een warmtepomp testcentrum heeft waar wordt gewerkt aan onderzoek, (lab)testen, validatie van nieuwe installatieconcepten, en verbeterde tooling voor inregeling en prestatiemonitoring van warmtepompen.
Prestatiegarantie
Het keurmerk staat los van de prestatiegarantie, die op dit moment ook ontwikkeld wordt. Hierover wordt volgende week nieuws verwacht, wanneer overheid en branche een intentieverklaring op dit vlak gaan ondertekenen. De prestatiegarantie is al een tijdje een gespreksonderwerp: fabrikanten en installateurs broeden op een systematiek, inclusief een waterdichte meetmethode, die kopers van een hybride warmtepomp een minimale besparing op de energiekosten garandeert. Een hybride warmtepomp bespaart op aardgas, maar verbruikt wel meer elektriciteit. Recente monitoring van 120 installaties, vooral in hoek- en vrijstaande woningen, liet zien dat het gemiddelde gasverbruik met 75% daalt, met een stijging van 2360 kWh aan stroomverbruik.
Mooie doelstelling waar ik het helemaal eens mee ben, jammer dat wederom grote installatie bedrijven hierbij worden betrokken terwijl juist “de kleine man” al touwtrekker is bij kwalitatief hoge installaties neer te zetten aangezien zij juist de passie hebben voor hun vak.
Als werknemer is het al snel goed, als aan eind van de maand maar uitbetaald word!!
Met vriendelijke groet,
Mark Castaing
MC Totaal Service
Uw opmerking over werknemers is wellicht uw ervaring, maar ik herken me daar niet in. Jammer als er zo gegeneraliseerd wordt.
Beste Mark,
Je laatste opmerking over werknemers die alleen maar uitbetaald willen worden, zet meer over jou dan over je werknemers. Erg jammer dat er nog leidinggevenden zijn die er zo over denken.
Met vriendelijke groet,
Jack
Goed streven, maar net als bij de CO certificering, wie gaat dit handhaven? Steeds weer nieuw regels bedenken en opleggen kan niet losstaan van controles of een goed systeem dat al begint bij de verkoop van een product. Beter is om bedrijven te motiveren en mensen goed op te leiden zodat er een besef komt dat installaties niet alleen veilig maar ook duurzaam moeten zijn. Bij sommige bedrijven ligt de focus vaak op omzet en winst, wat natuurlijk begrijpelijk is maar het werkelijke doel van het maken van goede installaties mag niet uit het oog worden verloren. De “cowboys” onder ons zijn een aparte groep die wat moeilijker te motiveren zijn. Goed werk verkoopt zichzelf zeggen wij altijd want klanten waarderen dat. Ik denk dat de meesten van ons dat beamen.
De grote installatie bedrijven zijn betrokken bij de totstandkoming van dit keurmerk, om te zorgen dat de installatie optimaal zijn ingeregeld.
Hoeveel particulier individuele installaties doen die grote bedrijven nu eenmaal. Meestal krijgen de particulieren nee als antwoord.
De kleine installateur moet meer handvatten en kennis ondersteuning krijgen.
Volgens mij is er best veel mogelijk om opleidingen te volgen, bijvoorbeeld Remeha zet erg in op opleiden en die zijn gratis toegankelijk.
Weer zo’n onzinnige certificering die voor de kleine zelfstandige niet te betalen is. Team Duurzaam Installeren bestaat uit 10 grote installatie bedrijven, tuurlijk want die kunnen alle certificeringskosten makkelijk ophoesten. Maar je bent zo sterk als je slechtste monteur. Begrijp me niet verkeerd er mag van mij best een richtlijn opgesteld worden. Uiteindelijk bepaal ik als installateur toch of ik daarvan afwijk en waarom ik dat doe. Dat ze bij die grote bedrijven maar eens kijken naar de cowboys die ze zelf in dienst hebben. Het merendeel zijn gelukkig wel monteurs die goed werk willen leveren en er trots op willen zijn. Maar dat is overal, tis altijd een klein groepje die de rest mede een slechte naam geeft
Ik lees exact weer de goede opmerkingen, het is een “feestje” van de grote installatie bedrijven, net als alle andere eisen, die doen het voor markt gewin ipv de branche te helpen.
Systemen behoren installatie proof/veilig te zijn, ipv van bedrijfs gewin proof.
Als onze installatie “wereld” wil overleven en wil groeien omde de energie transitie te ondersteunen, moeten we het echt laagdrempelig maken en een goede eind controle organiseren ipv een certificaten “feest”
Ben benieuwd Techniek Nederland
Ik ben kleine ZZP’er in bijberoep. Dus ik heb een fulltime baan en klus daarnaast graag bij omdat ik ontzettende interesse in techniek en dit leuk vind. Dit werk heb ik voorheen ook voor een baas gedaan. De laatste jaren wordt ik wel behoorlijk uit de markt geprezen. Ik heb STEK certificering gedaaan voor airco en warmtepompen. Duizenden euro’s gekost, maar nu komt er dus al weer wat nieuws wat mij duizende euros gaat kosten. Net zoals de nieuwe gasketelwet. Ik heb dit jaar 7000 euro uitgegeven om nog aan de cv ketel van mijn 50 klanten te mogen werken. Waar gaat dit heen in godsnaam. Dit is gewoon de kleine kapot maken en de grootte groot laten. Want de cowboy gaat gewoon door zolang de spullen gewoon te koop zijn op iedere hoek van de straat. En de man die het netjes wil doen en alleen is legt het financieel af door al die verzonnen wetten en regels. Hadden gewoon voor keuringen moeten gaan. Wie het maakt is dan niet meer zo belangrijk. En goed werk dat zie je op afstand als je er verstand van hebt.
Zo snel als de naam KIWA erbij komt, gaat het over certificering wat erg veel geld kost, en de kleine zzp’ers de nek om draait. Er zijn al veel te weinig goede vakmensen, als jullie zo doorgaan blijven nog alleen de grote jongens over en is er geen plaats meer voor zzp’er, waar ook heel veel goede vakmensen tussen zitten, maar waar alles onbetaalbaar voor gemaakt wordt.
Goed bezig!!!!!
Ik reageer niet altijd op het nieuwe certificeren van maar…..
Ik krijg meer de indruk dat de installateurs worden verzwaard met nog een aantal certificeringen.
Wij zijn al druk om alle veelzijdige werkzaamheden te realiseren daarbij komt deze administratieve ideeën nogmaals in onze spaarzame tijd erbij.
Ik vraag mij af waarom dit ooit is losgelaten toen een installateur nog erkend was en zo mooi en trots een vakman mocht zijn met een vak diploma .
Ten tijde dat is losgelaten door een ……. in een vrije marktwerking is dit totaal een vrij mandaat beland.
Waarom gewoon sorry zeggen en weer terug naar de basis waar een consument weer kon bellen met een erkent installateur en daar een volledige op een vakman kon rekenen.
Ik krijg meer de indruk dat wij als installateur een verdienmodel worden.
Daarbij zolang iedere consument een cv-ketel kan aanschaffen en installeren door een handige buurman, streeft het zijn doel totaal voorbij en nog maar te zwijgen over de handhaving hierin.
Ikzelf en als bedrijf ben ik voor alle duidelijkheid wel gecertificeerd maar knarsentandend en met een hoop vragen.