Als je tegenwoordig in de Formule 1 wilt zitten, moet je een flinke zak geld meebrengen. Hoe anders was dat in 1968. Toen richtte haardenverkoper Bocal nog een eigen raceteam op. Met maar liefst drie modellen waren ze destijds ‘koplopers in de verkoop’. En in hun slogans werden wel meer mooie verwijzingen naar de autosport gemaakt. Wat te denken van ‘de kassa-bel voor de volgende ronde heeft gerinkeld’, ‘Het racing-team Bocal spurt weg in de hoogste omzetversnelling’ en ‘Zou uw kassa ’t hogere verkooptempo kunnen volgen?’.
Niet alleen in de Formule 1, maar ook in de Formule 2 waren ze ‘actief’. Men moest zich voorbereiden op een ‘razendsnelle verkoopstart’ met de komst van twee nieuwe Formule 2-modellen. Ook de gevelconvectoren vormden een extra Formule-team.
Om als topsporter te slagen moet je natuurlijk geloof in eigen kunnen hebben en dat kun je Bocal destijds niet ontzeggen. Citaat: “En als wij heel bescheiden zeggen dat de nieuwe modellen subliem zijn, dan weet u dat dit zo is. Want wie meesterwerken maakt, riskeert niet graag zijn naam.” Ondanks het zelfvertrouwen moest Nederland nog 48 jaar wachten op het eerste succes in de Formule 1.
Leuk detail: de capaciteit van de toestellen werd nog gemeten in kcal/u.