Cor Ockeloen zit in een bevoorrechte positie, zo ziet hij het zelf. Want met zijn lood-, zink-, en koperwerk op de vele daken van Amsterdam, onderhoudt en verfraait hij de stad waar hij geboren werd en is opgegroeid. En ondanks dat een groot deel tegenwoordig geprefabriceerd wordt in de eigen werkplaats, is het werk op het dak absoluut geen “dom stampwerk”. Het is ouderwets vakmanschap waar tegenwoordig enorm veel vraag naar is, en wat hem met trots vervult.
Mooiste aan het vak
Hoewel we ook best wel wat klussen hebben buiten de hoofdstad, ligt het zwaartepunt van ons werk toch wel in de regio Groot Amsterdam. Hoe mooi is het niet dat je door je eigen stad heen fietst en dan zoveel plekken kan aanwijzen van ‘dat heb ik gemaakt’. We doen nieuwbouw; vijf jaar geleden kwam er een trend op van veel zinkwerk in gevelelementen van nieuwe woningen, om ze wat karakter mee te geven. Die trend is eigenlijk niet gaan liggen. Maar we richten ons ook op renovatie en transformatie. Denk aan kerken, maar ook bijvoorbeeld een eeuwenoud grachtenpand als Felix Meritis.
Minder leuk
Je moet het dak op, weer of geen weer. Het gebeurt natuurlijk wel eens dat het regent en dat je op het dak zit en denkt: waarom doe ik dit ook alweer? Maar als je zoals ik veel buiten bent, dan weet je dat het veel vaker goed weer is dan slecht in Nederland. Sowieso is het weer natuurlijk altijd wel een factor waar je rekening mee moet houden. Als het koud is, is het materiaal minder makkelijk te bewerken. Als het warm is, buigt het materiaal prima, maar kan het soms te heet zijn om vast te pakken. We beginnen dan vaak een uurtje eerder, of spannen een zeil tegen de zon. Bij kerktorens kan je precies aan de schaduwzijde van het dak werken en dan met de zon meebewegen.
‘Ik onderhoud de stad waar ik geboren en getogen ben’
Investeren in
Goed materiaal. Dan is het werken leuker en wordt het product ook beter. Dat betekent dat we goed handgereedschap hebben, maar vooral ook goede machines hebben staan in onze werkplaats: zetbanken, slagscharen. Wij zijn een van de weinigen die al het prefab in de eigen werkplaats doen. De meesten bestellen hun producten bij het zetbedrijf, bij ons komt alles op coils binnen en we bewerken het allemaal zelf. We hadden al een computergestuurde zetbank, maar onlangs hebben we er nog een bijgekocht, die weer een aantal dingen extra kan, waardoor we het materiaal eigenlijk alleen nog maar handmatig te hoeven draaien.
Personeel
Wij werken nu met z’n drieën in een vast team en bij grote klussen komen er nog zo’n drie man bij. De arbeidsmarkt in de installatiesector is al krap, maar voor ons is het helemaal moeilijk om mensen te vinden, want ons vak leer je niet zozeer op school, maar vooral door het doen en meters te maken. Een tijdje geleden zijn we via VTI Amsterdam en het ROC in contact gekomen met een statushouder uit Syrië die in zijn eigen land elektromonteur was. Hij loopt nu een tijdje mee en tot nu toe loopt dat hartstikke goed.
Privé
Ik heb een vriendin en twee zoontjes van twee en vijf. Of ze ooit het bedrijf gaan overnemen is natuurlijk nog niet te zeggen, maar wat ik wel zie is dat de werkplaats voor hen, net als voor mij vroeger, eigenlijk hun speelplaats is. Dat is mooi om te zien. Ter ontspanning trek ik er graag op uit met mijn racefiets en mijn mountainbike. Daarnaast zwem ik veel. Op vakantie kijk ik altijd of er een meertje is dat ik even op en neer kan zwemmen.
Cor Ockeloen
Als klein jongetje speelde Cor Ockeloen (36) al in de werkplaats van het loodgietersbedrijf van zijn ouders. In eerste instantie koos hij voor een andere weg en ging Renovatie, Restauratie en Architectuur studeren aan de faculteit Bouwkunde van de Hogeschool van Amsterdam. Voor zijn afstudeerproject werkte hij mee aan de renovatie en transformatie van de oude tramremise in Amsterdam Oud-West tot culinair en culturele hotspot. Hij werkte daarna enkele jaren voor het vermaarde architectenbureau Buro van Stigt, maar voelde gaandeweg de vingers kriebelen. Niet langer wilde hij achter de tekentafel gebouwen ontwerpen, maar fysiek dingen maken. Zo kwam hij weer terecht in het eigen familiebedrijf, waar hij onderop begon en gaandeweg steeds meer taken op zich nam. Sinds januari dit jaar staat het bedrijf officieel op zijn naam en zijn vader en moeder nog in adviserende rol betrokken.