De wereld van de collectieve inkoop van installatiematerialen is een onbekend onderdeel van onze branche. Of het nu via een simpele inkoopclub of een harde franchiseformule gaat; het blijft een complexe wereld.
Die wereld hangt aan elkaar van bonussen, kortingen, diensten, voorwaarden. Naar buiten toe een wereld vol winnaars. Maar het is óók een wereld van margegeknabbel, van strijkstokken, van messen op tafel, van handjeklap en van slimme mensen en boefjes tegelijk. Een wereld waarin producten die onder inkoopprijzen van de hand gaan, uiteindelijk toch nog cash cows worden. Van verplichte winkelnering, voorkeursleveranciers tot private labels.
Het is een boeiende scene, die net als het complete vak aan het veranderen is. De behoefte aan efficiency, faalkostenreductie en een scherpe bedrijfsvoering gaan tegenwoordig hand in hand met de eis van complete transparantie. De toegevoegde waarde van collectiviteit heeft voor elk bedrijf weer een andere betekenis. Dat maakt een vergelijk net zo zinloos als onmogelijk. De inkoopcollectieven zijn gezamenlijk een miljoenenbusiness die vaak onder de oppervlakte blijft, maar die we in nummer 8 van Installatie en Sanitair in een grote productie proberen te doorgronden.
Zelf doen, of laten doen
Zelf doen, of het laten doen. Het is een ondernemerskeus. Met name kleinere bedrijven profiteren het meest van de voordelen van collectiviteit door het volume. Zij hebben zelf geen toegewijd inkoper of een gelikt marketingapparaat. Data-analyse, leadgeneration, kennisdeling: de digitalisering biedt de collectiviteit nieuwe kansen. Sommige ondernemers vinden het fijn om met collega’s te sparren. Aan de andere kant moeten ook veel installateurs er niets van hebben: zo’n tweederde kiest voor de eigen regie en vrijheid. Ook al kost dit een paar procentjes marge.
Transparantie
Feit is dat ieders kaarten steeds meer op tafel komen te liggen. De toegenomen transparantie komt de keten alleen maar ten goede. Een grossier of fabrikant kan omwille van de volumes niet om de inkoopclubs heen. En net als de eindklant, wordt ook de installateur kritischer. En ja, daarvoor moeten soms heilige huisjes sneuvelen. Het marge toevoegen aan de keten zonder daarvoor aantoonbare meerwaarde te bieden is niet meer van deze tijd. Dat geldt voor fabrikanten, voor groothandelaren maar ook zeker voor installateurs zelf.
Ik mis de rest van het verhaal: een grove indeling van soorten inkooporganisaties ingevuld met namen van inkooporganisaties en hun grootte (aantal deelnemers en inkoopomzet).
er is helemaal niks aan het veranderen,
ik wil zelfstandig blijven en ik koop waar het op voorraad is en waar het goedkoop is,
je moet geen appels met peren vergelijken, dus ik ga wel voor de beste kwaliteit natuurlijk.
zoveel mogelijk tussenhandel, groothandels uitschakelen is het beste !