Minster Bussemaker van Onderwijs wil grote mbo-opleidingen opsplitsen in kleinere, herkenbare vakcolleges. Scholen met meer dan vijfduizend studenten moeten vanaf komend jaar kleinschaliger worden, maar mogen wel onder de vlag van een grote instelling blijven fungeren.
Draagvlak
De minister wil dat mbo-instellingen herkenbaarder worden voor zowel studenten, ouders, docenten en het regionale bedrijfsleven. De MBO-scholen zien niets in het plan. “De scholen zijn niet betrokken bij haar plannen en er is dan ook geen draagvlak voor”, zegt Jan van Zijl, voorzitter van de brancheorganisatie van onderwijsinstellingen in het middelbaar beroepsonderwijs MBO Raad.
Onderwijsfabriek
Uneto-VNI, de ondernemersorganisatie voor de installatiebranche, is wel blij met het voornemen. De installateurskoepel verwacht dat een bundeling van technische opleidingen in één herkenbaar vakcollege niet alleen leidt tot een grotere instroom van leerlingen, maar ook de kwaliteit van het onderwijs ten goede komt. Volgens Uneto-VNI voorzitter Titia Siertsema zijn de huidige mbo-scholen onderwijsfabrieken geworden met onvoldoende aandacht voor de ontwikkeling van vakmanschap. Siertsema: “In grootschalige mbo-scholen zijn technische opleidingen onvoldoende herkenbaar. Daardoor zijn we in een vicieuze cirkel terechtgekomen: steeds minder leerlingen, minder aandacht voor techniek en minder geld voor het up-to-date houden van de onderwijskwaliteit.” Veel installatie-opleidingen hebben de afgelopen jaren moeten inkrimpen, fuseren of zelfs sluiten.