Bewoners die zijn aangesloten op lagetemperatuurwarmtenetten hoeven straks minder te betalen voor hun aansluiting dan bewoners van woningen die een aansluiting hebben met een hogere temperatuur.
Voor warmtelevering die uitsluitend bedoeld is voor ruimteverwarming mag nog maar maximaal de helft van het gebruiksonafhankelijk deel (vastrecht) van de maximumprijs in rekening worden gebracht.
De reden hiervoor is dat de verbruiker aanvullende kosten moet maken om de geleverde warmte met behulp van een eigen voorziening (bijvoorbeeld een boiler of boosterwarmtepomp) op moet waarderen tot een temperatuur die geschikt is voor de verwarming van tapwater. Het gaat hier om de kosten van de aanschaf of huur van de eigen voorziening, het onderhoud daarvan en de energiekosten voor het gebruik van deze voorziening.
Deze wijziging scheelt per jaar per aansluiting al snel 150 euro. Het maximumtarief voor het gebruiksonafhankelijke deel ligt momenteel op 309,52 euro. Een bedrijf als Nuon rekent voor aansluitingen die alleen bedoeld zijn voor ruimteverwarming net zoveel als voor aansluitingen waar ook in warm tapwater wordt voorzien: exact 309,52 euro. Maar volgens de berekeningen is de bewoner deze 150 euro dus ook kwijt aan de eigen opwekking van warm tapwater.
Tien punten
Het voornemen van de halvering van dit deel van het tarief staat in een besluit waarmee minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat nadere invulling wil geven aan de nieuwe Warmtewet. Hierin heeft de minister een lijst met tien punten opgesteld, van dingen die significant veranderen.
Eén van die punten is de hierboven genoemde aanpassingen van de tarieven voor lage temperaturen. Een ander punt is dat er regels komen omtrent het vaststellen door de ACM van de tarieven die door leveranciers maximaal in rekening mogen worden gebracht voor de verhuur van een afleverset.
Het parlement kan zich tot 1 oktober nog over het besluit uitspreken. Daarna zal de Raad van State zich er nog over buigen.
Overigens komt het punt van de tariefdifferentiatie niet uit de lucht vallen. Zo stuurden twee jaar geleden de Woonbond, de Consumentenbond en Vereniging Eigen Huis een brief naar de Tweede Kamer, waarin ze het ontbreken hiervan een belangrijk ‘pijnpunt’ noemen.