Het langverwachte wetsvoorstel dat moet regelen dat alleen gecertificeerde installateurs aan gasverbrandingsinstallaties mogen werken, is deze woensdag door het ministerie van BZK ter consultatie aan de markt aangeboden.
De wettelijke regeling komt voort uit het veelbesproken koolmonoxide-rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid, dat in november 2015 werd gepubliceerd. Hierin kwamen tekortkomingen in de certificeringsstructuur aan het licht.
CBI’s
Na invoering van dit stelsel mogen werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties alleen nog worden uitgevoerd door (installatie)bedrijven die gecertificeerd zijn door zogeheten CBI’s (conformiteitbeoordelingsinstantie) die door de minister van BZK zijn aangewezen. Het is dus geen regeling die stelt dat alle monteurs en installateurs in persoon erkend moeten zijn. Het gaat om de erkenning van het installatiebedrijf.
Vakbekwaam
Het idee is dat niet zozeer de montage van de cv-ketel straks door een vakbekwame installateur moet gebeuren, maar wel de ingebruikname ervan. “Hij zal zich volgens een voorgeschreven protocol ervan moeten vergewissen dat er geen risico bestaat op het vrijkomen van koolmonoxide. Bij die controle moet ook de rookgasafvoer en luchttoevoer worden bezien, ook als hier geen werkzaamheden aan zijn uitgevoerd. Pas daarna mag de installatie (weer) in gebruik worden gesteld.”
“Daarbij zal moeten worden voorgeschreven dat deze controle en ingebruikstelling alleen mag worden uitgevoerd door een monteur die voldoet aan de gestelde minimum opleidings- en vakbekwaamheidseisen. Met name aantoonbaar vakmanschap met betrekking tot beroepscompetenties voor koolmonoxidepreventie zijn daarbij belangrijk”, zo leest de toelichting op het wetsvoorstel.
Omdat een controle door een vakbekwame monteur een verplicht onderdeel van de eisen van een certificatieschema is, kan een bedrijf dus alleen gecertificeerd worden als er ook (minimaal) één vakbekwaam persoon werkzaam is.
Over de exacte invulling van de vakbekwaamheidseisen en beroepscompetenties van de monteurs die de controle en in bedrijfsstelling mogen uitvoeren, vindt overleg met de sector plaats. Op dit moment wordt een voorstel voor bijscholing tot het juiste vakbekwaamheidsniveau uitgewerkt door de sector.
Concurrentie
Er zal niet één centrale CBI komen, zo is het idee, maar een open systeem meerdere certificerende instellingen met elkaar kunnen concurreren. De conformiteitsbeoordeling is een privaat instrument en is een vorm van zelfregulering.
Dat er nu voor gekozen wordt om niet installateurs als persoon te laten erkennen, maar als bedrijf, is logisch, stelden in september al Hajé van Egmond en Peter Ligthart in het rapport Erkenningsregeling installateurs, Startdocument dat zijn in opdracht van BZK schreven. Zij zeggen dat zij daarin de lijn van de OVV volgen.
OVV
“Naar aanleiding van het onderzoek ‘Koolmonoxide, onderschat en onbegrepen gevaar’ adviseert de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV): ‘Stel een wettelijk verplichte uniforme erkenningsregeling in voor alle installateurs die verbrandingsinstallaties aanleggen of onderhouden’”, zeggen ze, om daar aan toe te voegen: “Bedoeld worden installatiebedrijven. In dit rapport wordt verder de term aangehouden die ook de Onderzoeksraad voor Veiligheid hanteert: installateurs.”
Maar dit is niet zoals de OVV het bedoelde, zegt Jeanette Scholten, woordvoerder van de OVV: “In de begrippenlijst van het onderzoeksrapport staat op pagina 105: de Onderzoeksraad verstaat onder “installateur” de persoon. Als we het bedrijf bedoelen spreken we van “installatiebedrijf”.”
Individuen
Scholten: “Bij ‘erkend installateur’ gaat het om ‘installateurs met een kwaliteitslabel’, dit zijn zowel eenmansbedrijven als grotere bedrijven. Het gaat om alle individuele installateurs (die de aanleg- en onderhoudswerkzaamheden doen) en, als die deel uitmaken van een bedrijf, dan is dat ook relevant voor het borgen van de vakbekwaamheid en om die reden vermeld in de aanbeveling.”
Of dit punt nog tot discussie zal leiden moet de komende maanden blijken, als de marktpartijen hun visie op de wet zullen aanleveren. Dat kunnen ze nog doen tot en met 28 februari.