Een paar liter verse lucht per persoon per seconde in een drukke ruimte zal het aantal ziektegevallen door met virus geïnfecteerde aerosolen ruwweg halveren. Dat is de conclusie uit een nieuw rapport van het RIVM.
Ventileren helpt om aerogene transmissie te beperken. “Het verschil tussen niet-ventileren en ventileren volgens de minimale Nederlandse eisen zorgt voor de grootste afname van het verwachte aantal mensen met COVID-19 en klachten”, aldus het RIVM na het uitgebreide onderzoek.
Aerogene transmissie
Het RIVM heeft berekend wat het effect is van verschillende hoeveelheden ventilatie van binnenruimten op ‘aerogene transmissie’ van het coronavirus SARS-CoV-2. Aerogene transmissie betekent besmettingen met het virus via kleine druppels (aerosolen) die over een grotere afstand dan anderhalve meter en over langere tijd kunnen blijven zweven in de lucht.
Nog meer ventileren maakt de kans nog kleiner, maar het effect daarvan is minder groot, concludeert het RIVM. Ventilatie neemt het risico op aerogene transmissie nooit helemaal weg. Ook bij heel veel ventilatie, waarbij de binnenlucht bijvoorbeeld elke 2 minuten helemaal wordt ververst, blijft een kans bestaan dat het virus op deze manier wordt overgedragen.
Nachtclub meest risicovol
Het RIVM heeft voor bepaalde publieke binnenruimtes, zoals nachtclubs, theaters en kantoorruimtes, berekend welk effect ventilatie naar verwachting heeft op het aantal mensen dat ziek wordt. Ventilatie verkleint het verwachte aantal zieken het meest in de nachtclub en concertzalen.
Het RIVM: “Het is niet mogelijk om op basis van de resultaten aan te geven welk risico acceptabel is en wat een optimale hoeveelheid ventilatie is. Hiervoor zijn andere afwegingen nodig tussen aanvaardbare risico’s en eisen aan comfort, de kosten van aanschaf en onderhoud, en energiegebruik. Het is een beleidskeuze om te bepalen welk risico na deze afwegingen acceptabel wordt gevonden.”
