Er moet op termijn een nieuw protocol komen voor de flexibele aansturing van de warmtepomp. Het huidige veel gebruikte Smart Grid Ready-protocol is namelijk te beperkt.
Dat blijkt uit het rapport ‘In twee stappen naar flexibel aanstuurbare warmtepompen’ van onderzoeksbureaus BDH en Silentric en ict-bedrijf Technolution.
Het huidige elektriciteitsnet is niet berekend op grootschalige introductie van de warmtepomp. In de nieuwbouw is de warmtepomp al de standaard en in de bestaande bouw gaat de hybride warmtepompnorm in 2026 ook betekenen dat er massaal wordt overgestapt op elektrisch verwarmen. Als deze warmtepompen allemaal tegelijk aangaan, raakt het elektriciteitsnet overbelast en slaan de zekeringen in het trafohuisje op de hoek door. Warmtepompen kunnen dus een probleem zijn, maar kunnen, als ze slim worden aangestuurd, ook een deel van de oplossing bieden. Slimme aansturing kan overbelasting en onbalans tegengaan. Maar om dat te bereiken is het nodig om een algemeen geaccepteerde standaard te hebben, die op alle warmtepompen werkt.
Het Smart Grid Ready-protocol, dat nu veel wordt gebruikt – en bekend vanwege de stickertjes op de omkasting -, is echter op termijn niet goed genoeg, stellen de onderzoekers in het rapport. Een belangrijke beperking is dat bij smart grid ready – in 2012 in Duitsland ontwikkeld – alleen een signaal gegeven kan worden aan de warmtepomp, maar dat er vervolgens geen terugkoppeling is. “Hierdoor is alleen blinde aansturing mogelijk waarbij de kans dat de warmtepomp de aansturing kan opvolgen onbekend is. Ook is onbekend of de warmtepomp de aansturing opgevolgd heeft en voor hoelang.”
Tweerichtingsverkeer
Bij een nieuw protocol is nadrukkelijk het criterium dat er tweerichtingsverkeer mogelijk is. Hierdoor kan de warmtepomp aangeven wat de mogelijkheden (bijv. regelbaar vermogen) en beperkingen (bijv. max. aantal compressor starts per 24 uur) zijn, wat de actuele beschikbaarheid is en hoeveel flexibiliteit er wanneer beschikbaar is. “Als een opdracht niet uitgevoerd kan worden, bijvoorbeeld omdat er dan te veel compressor starts in een bepaalde tijd zouden zijn (de anti-pendel software zal dit tegengaan), kan de warmtepomp dit terugmelden en kan hier door de energiemanagement applicatie rekening mee worden gehouden.”
De onderzoekers stellen een tweestappenplan voor, waarbij de eerstkomende jaren (2024-2027) in een korte klap het Smart Grid Ready-protocol zo goed mogelijk wordt geüpdatet. “Deze versie 1.0 moet de netbeheerders de mogelijkheid bieden snel schakelbaar vermogen te creëren dat hen in staat stelt het net stabiel te houden en congestie te voorkomen.” Maar voor een meer geavanceerde benadering van flexibel aansturen moet er een ‘versie 2.0’ protocol dat vanaf 2026 gebruikt kan worden.
EEBUS en S2
Aangezien Smart Grid Ready geen “ontwikkelpotentieel” heeft, wordt voorgesteld om met andere protocollen aan de slag te gaan. Volgens de onderzoekers zijn op dit moment de protocollen S2 en EEBUS de meest voor de hand liggende opties. “Hierbij kan worden opgemerkt dat de beschikbaarheid van EEBUS als standaard bij enkele grote (Europese) warmtepompfabrikanten een zekere voorkeur heeft, terwijl vanuit het energiesysteem gezien de opzet van S2 de voorkeur lijkt te genieten. Het wordt aanbevolen beide opties in eerste instantie parallel verder te ontwikkelen.”
S2 is een protocol dat werd ontwikkeld door het Flexiblepower Alliance Network (FAN) en door TNO. In het VSK Nieuwscafé sprak Frans Reichardt uitgebreid met TNO-onderzoeker Wilco Wijbrandi over dit nieuwe protocol (zie video onder). Het FAN werd in 2013 opgericht en was een initiatief van TNO en netbeheerder Alliander. Inmiddels zijn er meerdere netbeheerders en andere organisaties bij aangesloten. Het rapport ‘In twee stappen naar flexibel aanstuurbare warmtepompen’ werd geschreven in opdracht van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), TKI Urban Energy en FAN.
EEBUS wordt nauwelijks in de markt gebruikt. Vooral Vaillant. De rest werkt direct of indirect met een modbus implementatie. Bovendien zit niemand te wachten op €5.000,- aan kosten per jaar om met een EEBUS interface te communiceren.
Dat is het eBus protocol, niet te verwarren met EEBUS. De rest werkt met OpenTherm, een single master slave protocol en lijkt niet op modbus.
Netcongestie is vooral een systeem probleem, niet op te lossen door te beperken tot individuele producten. Vergeet niet dat zonnepanelen, laadpalen en Home Energy management ook een positieve bijdrage leveren om dit probleem op te lossen. Belangrijk dus dat ook die systemen onderling kunnen communiceren. Partijen zoals SMA, SolarEDGE, Microsoft, EVbox, Bosch en Siemens ondersteunen het EEBUS protocol ook al. Beter nog zou zijn om over een open en toekomstbestendige oplossing na te denken, op basis van toekomstbestendige interfaces zoals API/Cloud.