Technische groothandel Rensa laat vijf wagens een jaar lang rijden op biodiesel, met een flink percentage plantaardige afvaloliën, zoals oud frituurvet. Na dit jaar word beslist of ook de andere veertig wagens overgaan op deze duurzamere brandstof.
“We testen met drie bakwagens en twee trekkers. Zo hebben we een goede afspiegeling van ons wagenpark”, zegt Rick Hammink, hoofd marketing en communicatie bij Rensa.
Bakwagens zijn kleinere vrachtwagens, voor de fijnmazige distributie en de trekker, met oplegger, rijden dagelijks grotere afstanden, tot wel 700 kilometer.
Well-to wheel
De biodiesel, B20, is een mengsel van 20% HVO (Hydrogenerated Vegetable Oil) en 80% gewone diesel. Volgens Rensa zorgt B20, over de hele keten (well-to-wheel) voor een CO2-reductie van rond de 18% ten opzichte van ‘gewone’ diesel.
Voor de pilot is Rensa een samenwerking aangegaan met Kuster Olie, die de duurzame brandstof zal gaan leveren. Ook is uitvoerig overlegd met Renault Trucks en de leverancier van de voertuigen, Paashuis Bedrijfswagens in Doetinchem.
Hammink: “We zijn uiteraard heel blij dat Kuster bij het tankstation in Doetinchem een pomp met HVO wilde aanleggen.”
Meerkosten
Volgens Hammink is HVO zo’n 10 cent per liter duurder, maar deze meerkosten kunnen gedeeltelijk worden terugverdiend doordat er, zo is de verwachting, zuiniger mee wordt gereden en doordat er minder kosten worden gemaakt op Ad Blue, dat normaal wordt toegevoegd om de NOx-uitstoot te reduceren. “Ook willen we weten of de wagens op biodiesel vaker of juist minder vaak voor onderhoud naar de garage moeten.”
“Wij vinden een duurzame bedrijfsvoering heel belangrijk, maar 10 cent per liter is wel wat veel. We zullen dit jaar dus gebruiken om te onderzoeken tegen welke kosten we al onze vrachtwagens op HVO kunnen laten rijden.”
Rensa heeft de afgelopen jaren serieus werk gemaakt van duurzaamheid. Zo heeft het bedrijf de certificering niveau 3 op de CO2-prestatieladder behaald en heeft het de tweede Star van het Lean and Green Programma ontvangen.