Er moet een duidelijke kwaliteitsborging voor installaties met lucht/water-warmtepompen komen. Frank Agterberg, voorzitter van de DHPA, de koepel van warmtepompfabrikanten, pleit voor een uniforme kwaliteitsborging, zoals die ook bestaat bij bodemgebonden systemen.
Dit zegt hij in het blad Enervision, het bedrijfsmagazine van warmtepompleverancier Nathan. Bij bodemgebonden systemen mogen enkel daarvoor BRL-gecertificeerde bedrijven installaties aanleggen en in bedrijfstellen. Voor lucht/water-warmtepompsystemen volstaat een F-gassen certificaat. Met de installatie van monoblock-systemen, waarvoor geen F-gassen noodzakelijk is, kan in principe iedere installateur aan de slag. De trends is dat veel klassieke CV-ketel-installateurs zonder F-gassen zich op de monoblocksystemen gaan storten. Wel zijn er verschillende fabrikanten die trainingsvoorwaarden stellen aan installateurs, of zelf de inbedrijfstelling verzorgen.
“Op dit moment heeft de NVKL een erkenningsregeling, maar ook de DEPK. Maar beide zijn niet echt breed gekend in de markt. Net als bij een CV-ketel mag nu iedereen met de warmtepomp aan de slag en dat gaan schuren”, zegt Agterberg in het interview. Ook de warmtepompleveranciers zelf zijn het nog niet eens over de te volgen lijn, erkent hij. Zo zijn er bedrijven die het liefst zo veel mogelijk warmtepompen de markt in krijgen en bedrijven die een basis willen scheppen van goede, erkende installateurs, die door de fabrikant worden opgeleid en gecertificeerd om met de techniek aan de slag te mogen.
Agterberg in Enervision: “De warmtepomp staat dit jaar weer voor een verdubbeling van de aantallen. De vraag is niet meer: kunnen we die aantallen leveren? Maar vooral: kunnen we die hoeveel toestellen vakkundig aansluiten, en zo laten functioneren dat gebruikers betaalbaar comfort hebben?”