Wordt de cv-ketel in een opstelling in combinatie met een warmtepomp nog wel net zo goed onderhouden als daarvoor? De Toelatingsorganisatie Kwaliteitborging Bouw (TloKB), de waakhond van de CO-certificering, maakt zich daar zorgen over, en pleit voor combi-contracten bij installateurs.
Dit is te lezen in het jaarverslag van de toezichthouder, dat deze maand is gepubliceerd. Download dit jaarverslag onderaan dit artikel.
Het aantal hybride warmte installaties in Nederland neemt toe. Het afgelopen jaar zijn er meer dan 40.000 geplaatst, ten opzicht van 434.000 cv-ketels. In deze situatie is zowel een cv-ketel als een warmtepomp aanwezig. TloKB heeft een toezichthoudende rol op het CO-stelsel: het controleert of cv-installateurs die onderhoudswerk doen goed opgeleid zijn en goed werk afleveren. Onderhoud aan cv-ketels is echter géén wettelijke plicht, hoe graag de sector het misschien zou willen.
Combi-contract noodzakelijk
Bestuurslid Paulus Jansen van TlokB licht de zorg toe: “Bij huishoudens met een hybride warmtepomp zijn twee installaties aanwezig voor verwarming, die moeten samenwerken. Het zou voor de hand liggen dat beide installaties door één installateur onderhouden worden. Dat scheelt de klant geld (voorrijdkosten), twee keer thuis blijven en het voorkomt dat bij een defect partijen naar elkaar gaan wijzen. Er zijn echter tot dusver maar heel weinig installateurs die zo’n combicontract willen aanbieden.”
Onderhoud
De TlokB vreest dat de groei van het aantal hybrides ten koste gaat van de onderhoudsdiscipline bij cv-ketels. Uit het evaluatierapport van de Gasketelwet bleek dat 10% tot 15% van de miljoenen gasverbrandingsinstallaties in Nederland wordt nu niet onderhouden. Techniek Nederland denkt dat dit aandeel hoger ligt.
Opzeggen
Eerder bleek ook al dat installatiebedrijven met servicecontracten moeite hebben met particulieren die op eigen houtje een warmtepomp aan hun installatie laten knopen. Dat kan ervoor zorgen dat installatiebedrijven hun onderhoudscontract eenzijdig opzeggen.
Gasinstallatie lijkt veiliger
Uit het jaarverslag, en de eerder gepubliceerde evaluatie van de Gasketelwet, blijkt dat de gemiddelde installatie veiliger lijkt te worden. Minister Mona Keijzer van Wonen constateert dat de kwaliteit van het geleverde werk door gecertificeerde bedrijven is toegenomen. In de enquête is bijvoorbeeld te lezen dat installatiebedrijven scherper zijn op de regels rondom de rookgasafvoer. Ook wordt er relatief meer rookgasafvoermateriaal verkocht.
Aantal bedrijven
Inmiddels zijn meer dan 3.100 installatiebedrijven gecertificeerd. Dit aantal neemt nog steeds toe. De verwachting is dat meer dan 3.500 bedrijven zich laten certificeren. Ook het aantal opgeleide monteurs is groter dan verwacht: ongeveer 23.000 monteurs haalden hun vakbekwaamheidsbewijs inmiddels. Van de 3100 gecertificeerde bedrijven zijn 2116 bedrijven via BRL6000-25 gecertificeerd, 860 bedrijven hebben hun papiertje via de K25000. 109 bedrijven hebben hun certificering via de BRL-NHK, de regeling van de Nederlandse Haarden en Kachelbranche.
Handhaving beter organiseren
Minister Keijzer gaat met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in overleg over de mate waarin gemeenten in staat zijn om adequaat toezicht te houden op de naleving van de verplichting dat alleen gecertificeerde bedrijven aan gasverbrandingsinstallaties mogen werken. Nu komen gemeenten in principe alleen in actie wanneer installateurs bij bouw- en woningtoezicht melding maken van gevaarlijke situaties. De TlokB pleit al langer voor een wettelijke meldplicht voor (bijna) ongevallen. Ook pleit de waakhond, net als Techniek Nederland, voor het verplicht stellen van onderhoud aan gasinstallaties.
Lees hieronder het Jaarverslag van TloKB